Ik trek altijd graag op verkenning in eigen land maar gezien ik nogal een workaholic ben, heb ik vaak een duwtje in de rug nodig. Deze keer kwam dat duwtje van de Provincie Luik. Die heeft een lijst samengesteld van ongewone dingen om te doen, accommodaties en restaurants in de provincie en vroeg me of ik enkele ervan wilde ontdekken.
Ik gebruikte de lijst als basis om mijn eigen programma met bezienswaardigheden in de Provincie Luik samen te stellen en koos voor een mix van buitenactiviteiten, culturele dingen en lekker eten. Hieronder vind je wat ik deed.
Contents
Bezienswaardigheden Provincie Luik: tips voor een lang weekend
Dag 1: wandelen met een doel
Naar de Toren van Leroux
De Toren van Leroux is een uitkijkpunt van 16m 65 cm hoog in het dorpje Trois-Ponts dat uitkijkt over de vallei van de Salme en plekken als de hydro-elektrische centrale van Coo-Trois-Ponts, de dorpjes Brume, Mont-de-Fosse en Saint-Jacques en op een heldere dag zelfs Baraque de Fraiture in de provincie Luxemburg.
Om er te geraken, maak je een rondewandeling van 6 km die begint aan het station van Trois-Ponts. Deze kaart geeft je een idee van de route, maar ik liep hem in de omgekeerde richting.
Wanneer je met je gezicht naar het station staat, loop je rechts in de richting van de brug die over de sporen loopt en zo'n 200 meter verder ligt. Rechts van de brug vind je de start van het pad alsook een paal met een aantal wegwijzers op. Voor deze wandeling, volg je de horizontale rode rechthoek.
Wanneer je even gewandeld hebt, bereik je een metalen brug. Hier was het me even niet duidelijk wat te doen, maar je moet gewoon het bospad rechtdoor volgen zodat de rivier rechts van je blijft liggen. Dit is het enige stuk van de wandeling dat een beetje eng kan worden voor iemand met hoogetevrees, omdat het nogal smal wordt en op de hogere stukken een beetje een afgrond naast zich heeft.
Geen zorgen, het is echt wel goed te doen en dit stuk is niet lang.
Onderweg kom je een aantal herkenningspunten tegen. Eerst was er het metalen brugje. Daarna volgt een grote camping op je rechterzijde. Nog even later wandel je onder een spoorwegbrug door en ga je steeds maar verder tot je plots aan een grote baan komt.
Daar zie je links van je weer een wegwijzer die je naar links, het steile maar goed begaanbare bospas omhoog stuurt. Dit is ook waar tijdens het jachtseizoen (oktober-december) uithangt op welke dagen er gejaagd wordt. Op die dagen mag je de wandeling niet doen.
Kom je van iets verder, dan bel je dus best even op voorhand naar de toeristeninformatie van Trois-Ponts om hiernaar te vragen. Hun nummer is +32 (0) 80 68 40 45.
Vanaf hier wordt het pad breder. Het is halfhard en gemakkelijk te bewandelen behalve dan dat het wel stevig omhoog gaat. Nu had ik op voorhand online gelezen dat deze wandeling echt steil en vermoeiend is, maar ik vond het best meevallen. Als je een gemiddelde conditie hebt, is het echt geen probleem, en anders moet je het gewoon heel rustig aan doen. Het is absoluut niet zoals trekken in de bergen van Oostenrijk.
Aan de top van dit pad, bereik je een plateau waar je even een stukje bos doorsteekt voor je naar links gaat om zo na enkele minuten bij de Toren van Leroux te komen.
De huidige toren dateert van 2000 maar de eerste die hier stond werd al gebouwd in 1938. Hij werd genoemd naar de houtwerker die het hout voor de toren aanleverde en werd een symbool van hoop toen op 21 juli 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, een aantal Belgische verzetsstrijders er een Belgische vlak bovenop plaatsten. Het gebied werd toen nog bezet door de Dutisers.
Tussen de eerste en de huidige toren was er nog een tweede, maar die moest in de late jaren 1990 afgebroken worden omwille van rottend hout.
Vanwege van mijn hoogtevrees en omdat je “door” de treden van de trap kon kijken, was het een beetje eng de toren te beklimmen maar al bij al viel het beter mee dan ik verwacht had. Op het bovenste niveau was een bankje waar je even kon gaan zitten en de dikke balken van de toren maakte dat ik me best veilig voelde.
Onderaan de toren staat trouwens ook een picknicktafel waaraan je even kan pauzeren voor je aan de afdaling begint.
Die afdaling loopt via een bospad. Het is gemakkelijk begaanbaar maar let toch een beetje op, want het is niet overal gelijk en het blijft natuurlijk een bospad met boomwortels enzovoort.
Ook hier tonen de rode rechthoeken de weg, maar toch twijfelde ik op een bepaald moment of ze dat wel goed deden. Men gevoel zei me het pad naar links en beneden te volgen, maar ik volgde dan toch maar de bewegwijzering en bleek dat die me gewoon even later naar beneden stuurde.
Aan het einde van de wandeling komt het bospad uit op een grote weg. Die moet je links even naar beneden volgen en dan kom je zo weer uit aan het treinstation. Dit stukje duurt zo'n 8 minuten.
Goed om weten
Wanneer het droog is geweest, kan je deze wandeling best op sneakers doen, maar ik raad toch stevige wandelschoenen aan omdat het pad niet altijd gelijk is en het na regen best modderig kan worden. Ik heb zelf de Salomon QUEST 4D 3 GTX® W wandelbottinnen en die zijn prima.
As je niet veel tijd hebt en toch de toren wilt zien, kan je hem ook na een korte wandeling bereiken vanaf de Route de Wanne. Ik heb dit echter niet zelf geprobeerd.
Lunch bij Hostellerie Le Beau Site
Na die wandeling, vond ik wel dat ik een lekkere lunch had verdiend. Daarvoor trok ik naar Hostellerie Le Beau site, een restaurant waar je ook als niet-gast kunt lunchen en dineren. Maar dan moet je wel even op voorhand bellen.
Ik genoot er van een verfijnde driegangenmaaltijd bestaande uit:
- geitenkaas met appel en peer als voorgerecht
- een wildgerecht als hoofdschotel
- gebak met ijs als dessert
De uitbater houdt zich zelf met de gasten bezig en is een aangename man om even mee te praten.
Rue des Villas 45, Trois-Ponts
Ga op zoek naar de Noufy Steen
De Pierre Noufy of Noufy steen is een van de meest geïsoleerde rotsen in het land… en er horen nogal wat verhalen bij. Volgens een lokale legende, groeit er binnenin de steen een gouden ring. Maar dat is niet alles. De steen zou vrouwen die hem aanraken ook vruchtbaarder maken en in het verleden zou hij de setting geweest zijn van heksenbijeenkomsten.
Ben je al benieuwd?
Het zal je niet verbazen dat zo'n speciale steen niet zomaar langs een pad ligt. Je moet er het bos voor intrekken. Gelukkig hebben moedige verkenners voor ons een aantal bordjes geplaatst zodat je hem wel gemakkelijk kunt vinden via een route die start in het dorpje Les Villettes (Lierneux).
Nu is het centrum van Les Villettes erg klein en is er nergens een echte parking voor mensen die de wandeling willen maken. Ik parkeerde mijn wagen aan een picknicktafel in een straat genaamd La Sevraille en dat leek me wel een goede oplossing, want dat is ook waar de route start.
De weg gaat stijl omhoog tot je aan een bos komt en ook daar blijf je rechtdoor gaan. Kijk uit naar de bordjes met een verticale blauwe rechthoek op. Die moet je volgen om de rondewandeling van 5,5 km te doen die ik deed. Wie meer tijd heeft, kan een wandeling van 14 km doen die eveneens langs de Pierre Noufy gaat. Die start elders en wordt aangegeven met gele rechthoeken.
Eens je aan het bos bent, wordt het een stuk vlakker en dat blijft zo tot je aan het einde van de wandeling weer afdaalt naar het dorp.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik van deze wandeling niet zoveel verwacht had. Zeker omdat het einde november was en de meeste bladeren al gevallen waren.
Wat had ik het mis!
Het bos waarin je op zoek gaat naar de Noufy Steen is een soort sparrenbos waarvan de bodem bedekt is met helder groen mos, kleine beige champignonnetjes en fel oranje varens. Ik nam een boel foto's maar vind dat ze nog steeds niet overbrengen hoe magisch – ja,echt magisch – deze plek aanvoelde. Alsof ik helemaal niet meer in België was.
De wandeling zelf is gemakkelijk. Vanaf La Sevraille rechtdoor, naar een tijdje naar links en dan wordt het pad wat smaller wanneer je meer het bos in gaat.
Ik had al schrik dat ik het bordje voor de steen gemist had, maar hij staat echt duidelijk aangegeven op de hoek van het pad waar je op loopt en een weg die rechts in slaat. Die moet je nemen en alweer enkele meters verder zie je aan je linkerkant een ander bord dat het bos inwijst. Kijk rechts van je en daar staat ie dan: de Pierre Noufy.
Ik kon hem duidelijk zien, maar misschien is dat in de zomer, wanneer alles meer begroeid is, wel anders.
Wederom werd ik aangenaam verrast. Er hing een speciale sfeer op deze plek. Misschien was het wel omdat het er doodstil was en ik echt als enige in het bos rond liep. Of misschien was het wel door de kleine rotsblokken die, begroeid met mos en champignonnen, rondom de Pierre Noufy lagen.
Wat het ook was, deze plek voelde speciaal. Misschien niet gouden-ring-in-een-steen speciaal, maar toch zeker heksenbijeenkomstenspeciaal.
Je kan helemaal rond de rots lopen maar dat deed ik niet. Het voelde toch een klein beetje eng.
Geloof je me niet? Ga dan zelf een kijkje nemen en laat me weten of jij ook wat voelde kriebelen toen je de steen vond.
Blij dat ik mijn quest tot een goed einde had gebracht, volgde ik het pad verder en terug naar Les Villettes. Onderweg kreeg ik nog een fantastisch uitzicht.
En dat was niet alles. Het eerste huis dat ik zag toen ik het bos uit kwam, leek meteen ook mijn droomhuis. In een strakke stijl gebouwd, zonder ramen aan de straatkant maar duidelijk met gigantische ramen aan de tuinkant die uitkeek over de vallei beneden. En dan stonden er nog een appelboom en een blauwe bessenstruik ook!
Dinner bij La Maison de Maître
La Maison de Maître is een boektiekhotel met eigen restaurant waar je ook als niet-gast een tafeltje kunt reserveren. Het is ook een van de weinige plekken in de buurt die open is op een maandagavond.
Volgens de website heb je er een kleine keuzekaart, maar toen ik er was (misschien omwille van het laagseizoen?) was er enkel een vaste menu. Die bestond uit:
- scampi in een romige dillesaus
- varkensvlees met groentjes en een soort gebakken puree
- drie hemelse bolletjes karamelmoes
Het voorgerecht en dessert vond ik erg lekker maar het varkensvlees en de gebakken of gefrituurde puree was niet zo men ding. Gelukkig waren de porties erg groot en zaten er ook veel groenten bij het hoofdgerecht, zodat ik toch nog met een bolle buik naar mijn overnachtingsplek reed.
De bediening is hier trouwens uitstekend. De vrouw die opdiende waakte er echt over dat ik alles had wat ik nodig had.
Goed om weten
Achter het hotel ligt een grote gratis parking.
Les Marottes 37-39, Arbrefontaine (Lierneux)
Overnachten in Le Bois Brûlé
Waarom overnachtte ik niet in La Maison de Maître? Wel, omdat ik op zoek was naar echt speciale plekjes in de Provincie Luik en zo'n plekje vond ik bij Le Bois Brûlé: een boshuisje in een doodlopende straat met drie tweepersoonskamers en een gemeenschappelijke keuken dat in zijn geheel geboekt kan worden, of per kamer.
Er is goed werkende WiFi maar in plaats van een televisie krijg je grote raampartijen die zicht bieden op het bos en de hemel. Er zouden in dat bos herten zitten, maar ik zag er geen.
Handdoeken en beddengoed worden voorzien en een plus voor mij was het ergonomische hoofdkussen.
Naast dit huisje, staat er nog eentje waarin je enkel een soort lounge gedeelte en een keuken vindt. Ideaal voor wie met vrienden of familie reist en net nog wat extra ruimte wenst.
Ontbijt is in de prijs inbegrepen en wordt opgediend bij de eigenaars thuis. Je krijgt huisgemaakt speltbrood, wit brood van een dame in de buurt, huisgemaakte confituur, honing, en kaas en yoghurt van een lokale organische boer. Daarnaast is er ook nog een knapperige granola en vers fruit. De koffie wordt vers gemalen, de appelsap komt van bij de boer en ook thee is een optie.
Vanaf Le Bois Brûlé starten er verschillende wandelroutes en eigenares Annelore geeft je graag meer informatie. Ze heeft trouwens ook handige regenbestendige wandelkaarten die je kan gebruiken.
Derrière les Thiers 3a, Trou de Bra (Lierneux)
Dag 2: In en onder de grond
Een bezoek aan de grotten van Remouchamps
De Grotten van Remouchamps zijn een van de bekendste bezienswaardigheden in de Provincie Luik. Ze werden ontdekt in 1828 en in 1912 voor het publiek open gesteld. Je kan ze enkel bezoeken met een gids en rondleidingen vinden de hele dag door plaats. Hoe vaak dat is, hangt af van hoe druk het is.
Toen ik er was, de laatste week van het seizoen (de grotten sluiten in december en januari), was ik alleen en dat betekende dat ik gids Milton helemaal voor mezelf had. Hij was entertainment op zich: een uit Suriname afkomstige rastaman met een grote gouden ketting die graag voor de foto poseerde.
Het eerste deel van de rondleiding wandel je 1.200 meter door de hallen en kamers van de grot. Zo kom je in een galerij die maar liefst een miljoen jaar geleden volledig door de rivier Rubicon werd uitgeslepen. Wanneer je ziet hoe hoog ze is en weet dat de Rubicon nu maar een metertje hoog staat in de grot, is dat best indrukwekkend.
Er is eigenlijk maar een kamer in de hele grot die niet door de rivier werd uitgeslepen, en dat is de Kathedraal. Deze gigantische kamer ontstond door een instorting in de grot zo'n 700 jaar geleden.
Verder vertelde Milton me over de vleermuizen die in de grot leven en toonde hij me een 7 meter hoge kalksteen van 700.000 jaar oud. Zo'n steen groeite blijkmaar slechts 2 tot 3 kubieke centimeter per eeuw. Zotjes, toch?
Hij groeit dankzij regenwater dat door spleten de grot binnensijpelt. Is de steen nat en wittig van kleur, dan groeit en “leeft” hij nog. Ziet hij er droog en bruin uit, dan zijn de spleten boven hem dicht gegroeid en is hij “dood”. Ontstaat er een nieuwe spleet langs waar water binnensijpelt, dan kan die de steen weer tot leven wekken.
Over water gesproken: de terugweg doe je niet te voet, maar per boot. In de Grotten van Remouchamps kan je de langste grottenboottocht in Europa afleggen. De tunnel is 700 meter lang en vereist best wat kracht van de gidsen aangezien zij de boot met enkel een houten stok voorwaarts duwen. En in zo'n boot passen 22 mensen!
Aan het einde van de rit, vaar je door een smalle tunnel. Dit is de enige doorgang in de grot die door de mens werd gemaakt. Oorspronkelijk was hier een doorgang van zo'n 40 cm, maar die werd met explosieven vergroot om de boten door te laten.
De tunnel stond vroeger bekend als de Kusjestunnel omdat er tot voor enkele jaren geen licht aanwezig was en je koppels kon horen kussen, zonder ze te zien.
Goed om weten:
- Bij ernstige regenval kunnen de boottochten niet doorgaan. Het onderste niveau van de rondleiding stroomt dan over en een 30 meter hoge waterval plenst er naar beneden.
- In totaal moet je zo'n 400 treden nemen tijdens de rondleiding. Voor mensen die slecht te been zijn, is er dan ook een kortere, gemakkelijkere route.
- Honden mogen niet mee binnen.
- het is constant zo'n 12 graden in de grot.
Wil je van je bezoek aan de grot een daguitstap maken, combineer hem dan met het Monde Sauvage Safari Parc in de buurt.
Eet Luikse balletjes in Hotel Van der Valk Verviers
Deel van de Van der Valk keten, heeft Van der Valk Verviers toch wat speciaal. Het hotel bevindt zich namelijk in een voormalig station. Het heeft een ruime bistro en restaurant met parking voor de deur en met traditionale Luikse balletjes op het menu, is het een goede plek om even te stoppen voor de lunch.
Wandel het Parcours Le Cimetière de Verviers
Ik lunchte in Verviers omdat mijn namiddagactiviteit zich daar bevond: een wandeling over het kerkhof van de stad. Nu hoor ik je al denken: “Een kerkhof!?”. Wel, mensen bezoeken toch ook Père Lachaise in Parijs? :-)
Op het kerkhof van Verviers liggen tal van vroegere vooraanstaande burgers van de stad en de wandeling, die je in 3 km langs 40 graven voert, vertelt hun verhaal en zo ook de geschiedenis van Verviers.
Je ziet, onder andere, een mausoleum met maar liefst 56 kamers, de crypte van een grote industriële familie en het graf van een aantal bekende kunstenaars.
Rijd naar het hoogste punt van België
Vanuit Verviers is het zo'n 20 minuten rijden naar Signal de Botrange, het hoogste punt van België op een duizelingwekkende hoogte van – hou je vast – 700 meter. Ik weet het, niet meteen spectaculair, maar het is een van die dingen die je gewoon gedaan moet hebben als je in de buurt bent.
Signal de Botrange ligt in Nationaal Park Hoge Venen, waar je het hele jaar door kunt gaan wandelen.
Goed om weten:
Ik gebruik altijd Google Maps als GPS maar bij Signal de Botrange ging ie wat de mist in. Wanneer je van Verviers of Eupen komt en Baraque Michel voorbij bent, zegt hij je verder de Route de La Baraque Michel te volgen maar eigenlijk moet je bij de grote splitsing links de N676 op.
Doe je dan, dan zie je even later aan je rechterzijde het informatiepunt en het restaurant van Signal de Botrange. Er is een grote gratis parking aan van waar je zo de trap op kunt die boven het hoogste punt geplaatst is.
Wil je nadien nog even wandelen, steek dan aan het informatiepunt het zebrapad over. Zo kom je aan een uitkijkpunt vanwaar ook een aantal wandelroutes door De Hoge Venen beginnen.
Een nacht in Hotel SleepWood
Toen ik Signal de Botrange bezocht had, begon het stilaan donker te worden. Tijd om naar Eupen te rijden, waar ik een nacht zou doorbrengen in Hotel SleepWood.
Dinner in het FineFood restaurant
FineFood is het restaurant van Hotel SleepWood en serveert een viergangenmenu bestaande uit een tapasbuffet, een voorgerecht, een hoofdgerecht, en een dessertenbuffet met zoetigheden en kaas.
Er waren twee keuzes voor het voorgerecht en drie voor het hoofdgerecht. Ik koos een salade met avocado en gebakken zalm als voorgerecht en een visgerecht met paarse aardappel en groenten als hoofdgerecht. Alle gangen waren verfijnd en de porties net goed.
Omdat er geen thee aanwezig is op de kamers, kreeg ik een theepotje met een bordje chocolaatjes mee naar boven na het avondeten. Lekker!
Slapen bij SleepWood
SleepWood is een driesterren ecologisch hotel met een interieur van haast alleen natuurlijke materialen zoals hout en klei. Het idee dat minder meer is, komt sterk naar voren in de strakke kamers waar meubels en tierlantijntjes vervangen zijn door slim verborgen opbergruimtes, een spiegel op rails die je kan verschuiven en een bedieningspaniel voor de lichten en de verwarming.
Die verwarming gebeurt niet door zo'n vies luchtblazend systeem of met traditionele radiatoren, maar via de muren. De verluchting gebeurt via de badkamer, waar lucht naar buiten gezogen wordt, en een toestel aan de muur dat verse buitenlucht naar binnen zuigt. Dat kan je trouwens ook harder, stiller, of af zetten.
Er is geen minibar, maar wel een flatscreen televisie.
Water drink ik normaal van de kraan, maar bij SleepWood kan je (gratis) een hervulbare glazen fles met stil of bruisend water mee naar je kamer nemen. Handig!
Zelfs aan stralingsrisico is er gedacht. De kamers zijn zo ontworpen dat ze grotendeels stralingvrij zijn. Omdat op te vangen, heeft iedere kamer een individuele WiFi router en versterker die je ook weer kan unpluggen wanneer je hem niet nodig hebt.
En dan heb ik nog niets gezegd over het bed. Dat is zalig. Ik kan het niet anders omschrijven. Het is het soort bed waarvoor je de wekker veel te vroeg zet zodat je er nog lekker even kan liggen genieten.
Goed om weten
Parking Loten is een gratis parking op slechts enkele minuten stappen van het hotel.
Dgy 3: een beetje cultuur
De Crystal Discovery Val Saint-Lambert bezoeken
De Crystal Discovery is een museum gewijd aan de geschiedenis van de kristalfabriek van Val Saint-Lambert in Seraing. Ze is gehuistvest in de gebouwen van een voormalige abdij en toont de historische en artistieke evolutie van de fabriek door middel van 250 kristallen stukken.
Een film laat vroegere werknemers van de fabriek aan het woord en bij onafhankelijk Atelier Christope Genard op de site, kan je een glasblaasdemonstratie bijwonen.
Daarnaast zijn er ook nog de vijf interactieve kristalbeelden van de Belgische kunstenaar Bernard Tirtiaux en het Parcours dat je meeneemt doorheen de geschiedenis van het glasmaken en de site van Val Saint-Lambert.
Leuk aan het parcours is de eerste zaal, waar het is alsof je in een luchtballon over de site zweeft en die zo doorheen de tijd ziet evolueren. Een ander hoogtepunt is de kamer die door middel van interactieve installaties toont hoe glas vandaag de dag een rol speelt in ons leven.
Er is ook een winkel en een bistro en wie wil kan even op het domein rondlopen om de historische gebouwen van buitenaf te zien.
Lunch in de Archéobistrot
Vanaf Val Saint-Lambert is het nog geen tien minuten rijden naar het Préhistomuseum in Flemalle. Hoofdreden van mijn bezoek was niet het museum, maar het proeversmenu bij de Archéobistrot.
De Archéobistrot is de brasserie van het museum en heeft na een typische brasseriekaart, ook een proeversmenu dat je middels verschillende gerechten doorheen de periodes van de mensheid voert. Wanneer je dit bestelt, krijg je:
- uit de Prehistorie: een halfrauwe visbrochette op zout getrokken
- uit de Oudheid: een mengeling van oude grounten, champignonnen en feta
- uit de Middeleeuwen: zalmsoep
- uit de Moderne Tijd: een hazenbroodje
- uit de huidige tijd: een ossenstaartsoepje
Dit alles gaat gepaard met een slaatje van quinoa en wie wil, kan nadien ook nog een dessertje bestellen op basis van een recept uit 1891. Dat is een gebakje met een heerlijke notencrème.
Je kan de bistro trouwens ook zo bezoeken, zonder kaartje voor het museum. Hij is zowel doorheen de dag als ‘s avonds open.
een bezoek aan het Préhistomuseum
Omdat ik er toch was, besloot ik het Préhistomuseum ook te bezoeken. Nu moet ik zeggen dat geschiedenismusea niet zo men ding zijn en ik had er dan ook niet veel van verwacht. Nu had de moderne look van de Archéobistrot wel al iets laten vermoeden, maar nog steeds vreesde ik in het museum van die stoffige taferelen met raar uitziende poppen tegen te komen.
Als je al eens een geschiedenismuseum bezocht hebt, weet je wel wat ik bedoel.
Man, had ik het mis!
Om te beginnen, is het Préhistomuseum niet alleen een museum. Het is een waar belevingscentrum waar je gemakkelijk enkele uren kunt doorbrengen.
Ja, er is een tentoonstellingsgebouw, maar daarnaast kan je er ook boogschieten, reconstructies bezoeken, over een blotevoetenpad lopen, een grot induiken, je weg zoeken door een doolhof en op bezoek bij de eerste dieren en planten die door de mens gedomesticeerd werden.
Het tentoonstellingsgebouw is opgedeeld in verschillende stukken. De permanente tentoonstelling doorloop je met een tablet die je overal kleine vierkantjes laat scannen die dan meer informatie geven over de objecten die je ziet. Maar het is niet alleen maar kijken en lezen, je kan er ook dingen doen. De vacht van een dierenhuid schrapen, bijvoorbeeld, of een speerpunt uit een stuk steen proberen kerven.
Daarnaast is er een soort onderzoekshal waar je meer leert over de mensen die archeologisch werken verrichten, alsook over conservatiemethoden. Je kan zelfs een afspraak maken met een echte archeoloog.
En dan is er nog de tijdelijke tentoonstelling. Toen ik er was – en nog tot 17 maart 2019 – draait die rond rendieren en hun relatie met de mens, vanaf de Prehistorie tot nu. Vooral de foto's van stammen in Siberië en hoe die omgaan met rendieren waren intrigerend.
Goed om weten:
- ga bij je museumbezoek eerst naar het informatiecentrum in het hoofdgebouw. Daar kan je vastleggen welke activiteiten je wil doen en krijg je de tablet voor je museumbezoek.
- Er is gratis parking.
Hoe rondreizen in de Provincie Luik
Hoewel je een aantal dingen zeker met de bus kunt bezoeken, is het toch een stuk gemakkelijker als je met de wagen bent, zeker als je wandeling wilt gaan doen. Het verkeer valt in dit deel van het land reuze mee en op het platteland is het meestal gemakkelijk een (gratis) parkeerplek te vinden.
En dat was het! Ik hoop dat je zin gekregen hebt om de Provincie Luik zelf te gaan verkennen. Als je gaat, laat me dan zeker weten hoe het was!
Pin voor later