Nadat ik Cardiff bezocht had en voor het eerst langs het Pembrokeshire Coast Path liep, trok ik verder naar mijn laatste bestemming in Wales, Verenigd Koninkrijk: St Davids.
St Davids is de kleinste stad in Groot-Brittannië, met slechts 1.600 inwoners, maar het is ook de naam van het schiereiland waarop je de stad St Davids vindt.
St Davids, de stad
Omdat St Davids zo klein is, kan je de stad gemakkelijk te voet bezoeken. De meeste bars en winkels in de stad liggen rond het centrale Cross Square en de twee hoofdbezienswaardigheden, de kathedraal en het bisschoppelijk paleis, liggen vlak naast elkaar.
St Davids Cathedral
St Davids Cathedral ligt nogal uit het zicht. Niet iets wat je van een kathedraal verwacht. De kerk ligt in een soort dal en is daar gebouwd om haar te verbergen voor de vikings. Het heeft niet mogen baten, want de kathedraal werd verschillende malen geplunderd.
Die lage ligging geeft je wel een fantastisch zicht op de kathedraal als je die vanuit het centrum van St Davids benadert. Het beeld deed me denken aan de serie “Pillars of the Earth”. Heb je die ooit gezien? Echt een aanrader.
Net zoals St Davids Cathedral.
Toegang tot de kathedraal is gratis, dus neem zeker ook binnen een kijkje. Enkel wie de bibliotheek wil bezoeken moet een paar ponden betalen.
St Davids Bishop’s Palace
Mijn plan was van de kathedraal naar het bisschoppelijk paleis te trekken, maar het begon zo hard te regenen dat ik besloot later terug te komen. Goed dat ik dat toch nog deed, want toen de hemel opklaarde, was er zowaar een flauw zonnetje te zien en kon ik naar hartelust foto's nemen.
Wanneer je je toegang tot het paleis betaalt, krijg je een kleine brochure met uitleg over de verschillende zalen van het gebouw. In het paleis zelf staan ook verschillende informatiepanelen die uitleg geven over de functies van de verschillende kamers en welke bewoners en bezoekers je er kon terugvinden. Er is ook gedacht aan wie moeite heeft met lezen: elke uitleg kan afgespeeld worden in het Engels en het Welsh.
Het schiereiland St Davids
De avond waarop ik aankwam in St Davids, ontmoette ik in de pub een dame die ook alleen aan het reizen was. Zij vertelde me over een aantal plekken die ze bezocht had en raadde me aan ook de rest van het schiereiland te verkennen. De volgende dag nam ik dan ook de wagen en reed ik naar een aantal van de plekken waarover zij me verteld had.
Mijn eerste stop was in Porthgain. Porthgain was vroeger een drukke industriële haven. Nu is het plaatsje vooral geliefd bij lokale vissers en recreatieve vaarders in de zomer. Porthgain ligt langs het Pembrokeshire Coast Path en aangezien er een tamelijk grote gratis parking vlak aan de haven ligt (voer “Llanrhian, Portgain” in in je gps), is het een goede plek om een wandeling te beginnen.
Van Porthgain reed ik verder naar Abereiddy. Deze plek is bekend om haar “Blue Lagoon” – een ouden steengroeve – en keienstrand. Er komen ook veel groepen aan coasteering doen en in 2012 en 2013 organiseerde Red Bull hier de World Series Cliff Diving.
Toen ik in Abeireddy aankwam, was het aan het miezeren en niet warmer dan 15°C. Toch zag ik een groep coasteerders (hoe noem je die mensen eigenlijk?) vrolijk in het water plonzen. Zij liever dan ik!
Dat is wel iets wat me opviel in Wales: de mensen geven er niet om het weer. Ze gaan bodyboarden in de regen, naar het strand in de regen en wandelen in de regen. Dat zal je in België niet snel zien gebeuren. Maar wij hebben dan ook niet de prachtige natuur die je in Wales omringt.
Mijn laatste halte lag in Whitesands Bay. Hier kan je naar de surfers van de surfschool komen kijken, maar ik kwam voor wat anders.
Voor £4 (goed voor een hele dag) parkeerde ik mijn huurwargen op de grote parking aan het strand en begon ik aan mijn wandeling. Je kan in Whitesands Bay ook het Pembrokeshire Coast Path op, maar ik maakte de lus naar St Davids Head en terug, voorbij het Carn Lliddi uitkijkpunt.
Een beschrijving met kaartje van de wandeling vind je hier, maar ik raad je aan de wandeling in de omgekeerde richting te volgen. Het begin van de wandeling volgens het plannetje is nogal saai, terwijl je, als je de omgekeerde richting volgt, meteen langs de kliffen en de kust loopt. De uitzichten daar motiveerde me meteen voor de rest van de route.
Het eerste deel van de lus is gemakkelijk te volgen en biedt geweldige vergezichten zonder dat je al te dicht bij de rand van de kliffen moet komen. Wanneer je de tip van het schiereiland en Coetan Arthur Cromlech nadert, wordt het wat enger. Daar is het pad tamelijk smal en loop je echt vlak naast de rand. Ik was hier behoorlijk bang en hield mijn ogen op de grond gericht tot ik de brede punt bereikte.
Op de tip van het schiereiland ligt een erg oude crypte, maar op dat moment wilde ik gewoon zo gauw mogelijk van die kliffen weg en ik moet toegeven dat ik er niet echt naar gezocht heb. Ik wist dat het pad langs de andere kant van de tip zou verderlopen, maar ik vond het niet meteen en vreesde langs nog stijlere afgronden te moeten lopen.
Op het plannetje dat ik bij me had en waar ik eerder naar linkte, had ik gezien dat het Pembrokeshire Coast Path de lus van St Davids Head kruist en dat je via het pad eigenlijk de tip van het schiereiland kon afsnijden. ik besloot dan ook een stukje terug te gaan (weer langs die stijle afgrond!) om het pad te nemen en zo de wandeling verder te zetten.
Ja, ik was wat teleurgesteld in mezelf, maar hiken moet in de eerste plek leuk zijn – voor mij toch – en dat was het niet wanneer ik doodsangsten uitstond.
Ik moest slechts enkele meters het Pembrokeshire Coast Path volgen om weer op de lus terecht te komen en wandelde nu landinwaarts een stevige heuvel op. Dit was de weg naar Carn Llidi, het uitkijkpunt. Jammer genoeg was het op die dag zo bewolkt dat ik vanaf het uitkijkpunt enkel mist zag.
Vanaf Carn Llidi was het nog maar even wandelen om terug aan de weg en de parking te komen. Zoals gezegd is dit stuk van de wandeling nogal oninteressant en stel ik dan ook voor dat je hiermee eindigt.
Beelden van de wandeling en andere dingen die ik deed in Wales vind je in dit filmpje:
Praktische informatie
St Davids is zo klein dat je de kathedraal en het paleis echt niet kan mislopen. Toegang tot de kathedraal is gratis, maar voor het paleis moet je betalen. Kijk eens op de website voor up-to-date prijzen en openingsuren.
Eten: Ik at ‘s avonds twee maal in de Farmers Arms pub in Goat Street. Daar krijg je grote porties voor redelijke prijzen. Hou wel in gedachten dat het een pub is en dat je er enkel tussen 18u. en 20u.30 of 21u. kan bestellen. Dat is zo in veel pubs in Wales.
Accommodatie: Ik bracht twee nachten door in B&B The Waterings en kan deze plek zeker aanbevelen. Er zijn verschillende B&B's en Inn's in St Davids, maar The Waterings heeft een grote eigen parking, ligt vlak naast het toeristeninformatiebureau en op slechts vijf minuten wandelen van het centrale plein.
Pin voor later
Ik bezocht Wales in opdracht van VisitBritain, dat mijn verblijf, vervoer, eten en activiteiten verzorgde. Weet dat ik altijd eerlijk over mijn reiservaringen zal schrijven.